De masterclass op 1 april stond volledig in het teken van non-fictie. Schrijvers A.H.J. Dautzenberg en Henk van Straten gaven ieder een masterclass over dit genre, het verschil en de verhouding tussen fictie en non-fictie, over gonzo-journalistiek, over hoe je jezelf kan inzetten als personage, over hoe vrij je kunt omgaan met de waarheid, maar ook heel praktisch over hoe je te werk gaat, hoe je het beste research doet.
Tijdens zijn masterclass onderzocht A.H.J. Dautzenberg samen met de talenten de pretentie van non-fictie. Hiervoor liet hij hen het korte toneelstuk Breath (1969) lezen. Hij gaf ze de opdracht om een personage in het stuk te plaatsen en vanuit die ‘positie’ het stuk te transformeren tot non-fictie.
Schrijver en columnist Henk van Straten ging met de deelnemers in gesprek over zijn start als schrijver en hoe hij zijn onderwerpen benadert voor o.a. Henk lift mee en de Nieuwe Revu. Hij vertelde openhartig over zijn manier van werken en het verschil tussen fictie en non-fictie, wat door velen wordt gedefineerd als wel of niet echt gebeurd. Henk gaf de talenten mee dat deze grens veel minder duidelijk is en dat non-fictie niet een uitgetypte versie van de feiten hoeft te zijn. Hij typeert zijn eigen werk dan ook liever als 'proza non-fictie.'