De buschauffeur heeft zoveel bidprentjes op zijn achteruitkijkspiegel zitten, dat nog maar een derde deel van het glas een functie heeft.
Oude vrouwen verkopen bloemen op straathoeken. Hun pensioen is niet voldoende.
Jongens dragen hun broeken met opgerolde pijpen, meisjes Timberlands.
Op het plein niet ver van ons appartement staat tegenover het standbeeld van Taras Shevchenko een legertent. Er steekt een smalle schoorsteen uit het dak: binnen wordt er gestookt. Voor de ingang van de tent kunnen kinderen een wit lint in een houten frame met ijzerdraad binden.
‘That is for hope,’ zegt Andrey, die ons uitlegt wat hij doet in deze tent.
'We collect socks, food, clothes for the soldiers.’
Hij kan enkele woorden Nederlands: 'goedenavond,’ glimlacht hij breed.
Twintig minuten buiten de stad wachten een stuk of twintig rustig voor één douchehok. Ze zoeken nieuwe kleding uit. Er draaien non-stop wasmachines. Wanneer ze een jas passen, trekken ze het nieuwe exemplaar over het oude heen.
Er zijn meer koffiebars dan in Amsterdam.
Selfies maken is de voornaamste manier om herinneringen te bewaren.
Twintig minuten buiten de stad wachten een stuk of twintig daklozen rustig voor één douchehok. Ze zoeken nieuwe kleding uit. Er draaien non-stop wasmachines. Wanneer ze een jas passen, trekken ze het nieuwe exemplaar over het oude heen.
Soms dwarrelt er een dronken raaskallende man tussen het goedgeklede volk door.
De gebouwen maken de dagen lichter met hun lichtgroen, lichtblauw, lichtroze en crème.
Op de boekenmarkt vind je tussen de klassiekers kleine speldjes met het gezicht van Lenin erop. Rood tussen koper, rood tussen zilver, rood tussen zwart.
Soldaten haasten zich naar tramhaltes.
In de buurt van een gigantische kerk vind je een restaurant waar je in de ochtend voor 90 grivna onbeperkt ontbijt met champagne en wodka. Waar een man achter de piano 'Imagine’ van John Lennon speelt, waar planten van de grond tot het plafond hangen, kleine parkieten in grote kooien onverstoorbaar maar niet vervelend kwetteren. Ooit was dit de 'aan huis fabriek’ waar Baczewski (1782) wodka werd gemaakt.
Op de begraafplaats liggen soldaten geboren in het jaar 1994. Ze zijn twee jaar jonger dan mijn broer.
Lisa Weeda (1989) studeerde in 2015 af aan ArtEZ Creative Writing en schrijft proza, theater en non-fictie. Haar werk verscheen onder meer in Das Magazin, De Dakhaas, De Titaan en op De Optimist. Ze trad onder meer op in het Compagnietheater en op de Zwarte Cross. Na haar afstuderen is ze opgenomen in het agentschap van Literair Productiehuis Wintertuin.
Reacties
Reageer