In West Londen is er een filmschool waar je, mits je bereid bent veel geld neer te leggen, een acht weken durende cursus kunt volgen in het maken van documentaires. Als vijf en twintig jarige doler die niet klaar was voor het zwarte gat na mijn studie, leek mij het volgen van nog een (mini) opleiding een goed idee. Ik was net afgestudeerd aan de Hogeschool voor de Kunsten Utrecht als toneelschrijver, maar was nog lang niet klaar om mezelf ook echt schrijver te noemen. Ik wilde mijn technische vaardigheden op het gebied van film verbeteren en bovendien zijn mijn ouders vermogend en welwillend genoeg om mijn uitstel van het volwassen leven nog even te faciliteren. Dit onder voorwaarde dat ik bij terugkomst in Nederland definitief van de ouderlijke loonlijst geschrapt zal worden, wat mij een redelijk verzoek leek.
Zo gezegd, zo gedaan. Ik vertrok uit mijn studentenhuis in Utrecht, liet mijn spullen achter bij mijn vriend en ik legde hem uit hoe hij moest zorgen voor mijn aan een schildklieraandoening lijdende kat. Ik kwam aan in een stad waar ik weliswaar de taal sprak, maar geen onderdak had en waar ik niet de comfort zou hebben van een goed onderhouden sociaal leven als ik mij eens verveelde of behoefte had aan gezelschap. Dat was bewust. Ik gooide mezelf moedwillig het diepe in. Op het lijstje van redenen om naar Londen te gaan stonden onder "filmvaardigheden verbeteren" de meer filosofische en existentiële redenen: " mezelf ontwikkelen, iets in mijn eentje ondernemen, mezelf uit mijn comfort zone dwingen".
Dat ik het belangrijk vind om af en toe mijn comfort zone te verlaten is waarschijnlijk niet verrassend. De moderne mens is overtuigd van het feit dat persoonlijke groei ontstaat door nieuwe dingen te proberen, jezelf in onbekende situaties te plaatsen, nieuwe mensen te ontmoeten, avonturen aan te gaan, etc. etc. In essentie geloof ik hier ook in. Ook geloof ik dat ik in mijn dagelijks leven in Nederland genoeg risico's neem en nieuwe dingen onderneem om hier aan te voldoen. Maar als ik heel eerlijk ben, geniet ik niet echt van het onrustige en angstige gevoel dat soms gepaard gaat met het aangaan van een confrontatie met jezelf. Als ik me onrustig of ongemakkelijk voel is bovendien niet alleen ik, maar iedereen daar de dupe van omdat het onrustige gevoel zich manifesteert in hoe ik mij gedraag naar anderen. Niet per se een plezierige levenshouding dus. Waarom push ik mezelf dan? Omdat ik toch overtuigd ben dat alsmaar je eigen vertrouwde rituelen te blijven uitvoeren alleen stilstand en gemakzucht tot gevolg kan hebben. Een van de meest simplistische, doch doeltreffende metaforen voor het leven die ik ooit heb gehoord is dat vam het leven als een voertuig. Als het voertuig stilstaat kun je niet van richting veranderen. Het is belangrijk om altijd in beweging te blijven, zelfs als je niet zeker bent van waar je naar toe gaat, want zolang je beweegt kun je bij sturen. Door naar Londen te vertrekken sloeg ik een nieuwe weg in waarvan ik niet wist waar die zou eindigen, maar die mij hopelijk iets nieuws zou brengen. Want uiteindelijk blijken al die twijfels en aarzelingen ook altijd weer weg te gaan als je iets nieuws onderneemt en het je eigen maakt. Dat is een geruststelling, maar ook een conclusie waar kracht uit valt te putten. Dingen die eng lijken, kun je je eigen maken.
Voor mijn vertrek had ik dan ook een romantisch beeld voor me van mijn tijd in Londen. Natuurlijk zou ik nieuwe mensen ontmoeten en leuke dingen doen, maar het was onvermijdelijk dat ik ook veel tijd in mijn eentje zou doorbrengen. En dat was prima, want de tijd die ik in mijn eentje zou doorbrengen zou ongetwijfeld een leercurve worden en mij een sterkere overtuiging geven van wie ik ben en wat ik wil in het leven. Bovendien zou ik eindelijk de tijd hebben om de lijst van films die iedereen heeft gezien behalve ik af te werken. Ik zou elke dag de rust vinden om te lezen. Ik zou mezelf eindelijk kunnen verdiepen in de onderwerpen waar ik om geef en ik zou me eindelijk actief mengen in discussies over die onderwerpen omdat ik mezelf niet langer niets wetend zou achten. Boven alles zou ik elke dag schrijven.
Alles wat ik hier in Londen zou doen, kortom, zou in het teken staan van wat een meisje dat ik hier ontmoette personal enrichment noemde. Ik ging mij volledig wijden aan mijn persoonlijke verrijking.
Heel even lukte het ook daadwerkelijk om het ongemak te voelen waarvan ik overtuigd was dat het zou resulteren in zelfverdieping. Na aankomst in Londen moest ik een plek vinden om te wonen en dit keer was er niemand in mijn directe omgeving die ik om hulp of advies kon vragen. Toen ik bij een Tsjechische bouwvakker in de keuken stond die voorstelde dat ik mijn huur contant aan hem zou overdragen, zonder huurovereenkomst omdat hij als enige inwonende contact had met de huurbaas, moest ik helemaal zelf tot de conclusie komen dat dat wellicht geen goed idee was. Toen ik na een week een fijne kamer had gevonden was de opluchting en het gevoel van overwinning dan ook groot. Ik had het immers in mijn eentje geklaard.
Maar mijn triomf was van korte duur. Eerst kon ik mezelf nog overtuigen dat het feit dat ik nog niet gesetteld was de reden was dat ik nog geen aandacht kon besteden aan mijn persoonlijke verrijking. Maar toen ik eenmaal verhuisd was, begon met school, in een routine zat, bleek ik in mijn vrije tijd nog steeds vaker thee te drinken en Downton Abbey te kijken dan mezelf bezig te houden met lezen, schrijven en zelfverdieping.
De realiteit is: mijn leven hier in Londen is niet zo anders als mijn leven in Nederland. Ik draag nog steeds dezelfde onzekerheden met me mee. Ja, ik leer veel op de filmopleiding en het is een zeer fijne manier van tijd verdrijven, maar uiteindelijk is het slechts tijdverdrijf. Ik ben niet bezig met het opstarten van een nieuw bestaan in een ander land. Mijn uiteindelijke terugkeer naar Nederland was altijd al onderdeel van het plan om weg te gaan en als ik eerlijk ben verlang ik ook heel erg terug naar mijn vriend en schildklier zieke kat. Ik houd mezelf nog een soort van voor dat ik bezig ben met mijn toekomst door uren op het internet te surfen en toffe wedstrijden te zoeken waar ik, als net afgestudeerde jonge maker, aan mee zou kunnen doen. Toch weet ik dat ik rekening moet houden met de mogelijkheid dat ik mezelf over vier weken in de spiegel aankijk en dat ik dan moet toegeven dat ik geen radioverhaal heb geschreven, geen filmplan heb ingediend en waarschijnlijk ook nooit een documentaire zal schieten met mijn smartphone. Op dit moment voel ik me net zo min documentairemaker als schrijver en ben ik geen stap dichter bij een tastbare toekomst.
Toen ik nog in Utrecht woonde zat er een deel van een krantenartikel van Rutger Lemm op mijn spiegel geplakt. Het fragment ging over het schrijverschap en hoe de grootste vijand van een beginnend schrijver zijn eigen goede smaak is. Door een ontwikkelde smaak ben je je er namelijk van bewust dat je eigen werk niet goed (genoeg) is. De enige oplossing? Hard werken, proberen, durven falen. Ik plakte dit fragment op mijn spiegel om mijzelf hier dagelijks aan te herinneren. Toen ik weg ging uit Utrecht bleef de spiegel achter, maar nam ik het krantenknipsel mee, helemaal naar Londen.
De onomstreden waarheid is: ik ben onzeker. Nee, ik lig 's nachts niet wakker over of mensen me wel of niet aardig vinden, ik ben niet jaloers aangelegd en ik vind mezelf eerlijk een heel leuk mens. Maar in essentie ben ik onzeker. Ik hou niet van het gevoel dat ik aan het falen ben. Net als zoveel van mijn leeftijdsgenoten ben ik constant bang door de mand te vallen. Ik stel het moment van afgestudeerd zijn en "aan de slag moeten" zo lang mogelijk uit omdat ik geen idee heb waarmee ik aan de slag wil.
Een van mijn klasgenoten op de filmopleiding hier in Londen is een excentrieke Amerikaanse vrouw van achterin de zestig. Ze heeft geen opleiding, geen ervaring en maakt na drie weken nog steeds dezelfde amateuristische fouten bij het filmen en monteren die de rest van de klas inmiddels achter zich heeft gelaten. Toch legt deze vrouw elke dag op de opleiding contact met de mensen die daar rondlopen en presenteert vervolgens een businesscard waar in professionele lettertype 'screenwriter et producer' op staat. Ze introduceert zichzelf als hoe ze gezien wil worden, in plaats van zich te verontschuldigen voor het feit dat ze onderdeel wil zijn van de filmwereld. Ze is bovendien unapologetically zichzelf. Ze draagt elke dag nepwimpers en nep nagels die contrasteren met haar oubollige bodywarmer en sokken in sandalen en komt er verdomme nog mee weg ook, omdat ze alles doet met een onschuldige zelfverzekerdheid die misschien het product is van een lang en gelukkig leven, maar misschien ook wel is ontstaan uit pure bluf.
Het is beangstigend hoe makkelijk het is om zo iemand belachelijk te maken, maar ik word steeds vaker overvallen door het idee dat ik iets van haar zelfvertrouwen en manier van bluffen kan leren. Toegegeven, mijzelf presenteren als schrijver is nog steeds eng en het drukken van visitekaartjes waar 'schrijver' op staat nog veel enger. Maar in plaats van persoonlijke verrijking en verdieping af te dwingen door mezelf onmogelijke taken te geven, kan ik ook accepteren dat ik hier ben gekomen om een opleiding te volgen en er dan naar streven dat zo goed mogelijk te doen. En in plaats van constant de verschillen te benadrukken van de dingen waar ik in geïnteresseerd ben, is het misschien verstandig om eens te bekijken waar ze overlappen. Documentaires maken en schrijven. Is dat niet allebei een vorm van verhalen vertellen?
En is het vertellen van een verhaal dan niet mijn manier om mij in mezelf te verdiepen?
Ellen Dorrestein (1990) studeerde in 2015 af aan de opleiding Writing for Performance aan de Hogeschool voor de Kunsten Utrecht en schrijft theaterteksten, korte verhalen en filmscenario’s. In haar werk staat de generatie Y thematiek centraal, de generatie die zogenaamd alles kan en mag, maar niets doet.
Alles wat ik hier in Londen zou doen, kortom, zou in het teken staan van wat een meisje dat ik hier ontmoette personal enrichment noemde. Ik ging mij volledig wijden aan mijn persoonlijke verrijking.
Reacties
Reageer