logo Slow Writing Lab

Platform voor jong schrijftalent

Naast de voordeur - 15.01.2016

Voordat ik op mijn fiets stap, bedenk ik wat hun lievelingskleren van mij zijn. Een effen blouse met ronde hals voor de teammanager of een te groot streepjes-shirt voor bij de loodgieter. Een colbert voor de architect en mijn glittertrui voor bij de dj. 

    Meestal verwissel ik meerdere malen van outfit, liggen mijn schoenen op een hoop en is mijn bed belaagd met setjes kleding. Steek ik mijn haar op? Of zal ik het in een losse staart doen?

   Jassen trek ik aan en uit: een jas is wel de eerste indruk die je achterlaat. En een eerste indruk maak je maar een keer, vertelde de teammanager mij. Ik doe mascara op als ik nette mensen verwacht te ontmoeten. En altijd een beetje foundation onder mijn ogen: niemand hoeft te zien dat ik vannacht niet sliep.

   Als ik klaar ben, zit ik op mijn kruk naast de voordeur te wachten tot de tijd daar is. Ik luister muziek van de radio die ik anders nooit luister, drukke zenders als SlamFM of Decibel zodat ik in ieder geval de eerste paar uur energiek en vrolijk overkom.

   Ik zit te wachten met mijn telefoon in mijn hand, klik hem aan en uit, secondes kunnen langzaam gaan: straks kost de lunch geld en heb ik niet genoeg contant bij me, (nooit neem ik mijn pinpas mee, überhaupt een pas, als dat kwijtraakt of gestolen wordt moet ik erachteraan bellen. En bellen kost tijd, tijd kost geld, en geld heb ik niet, ook niet om die nieuwe passen en een portemonnee aan te schaffen.)

   Straks lachen ze me uit omdat ik van de kunstacademie kom, vinden ze mijn project onbegrijpelijk en eigenlijk ook heel stom, ik ben tenslotte geen tien meer. Ze zullen ingewikkelde vragen stellen over de kunstrenaissance en over wie mij nou echt inspireert. En als ik zeg dat ik iedere maand wel een andere favoriet heb, zullen ze met hun hoofden schudden en zwijgend naar een hoek van de ruimte staren.

   Misschien vinden ze mijn kleren lelijk, willen ze praten over drugs of juist over biologisch eten en een ecologisch leven. Vragen ze wat ik doe voor het milieu, waarin ik moet opbiechten dat ik daar niet zoveel mee bezig ben. Ja, ik hergebruik plastictassen en ik eet minder vlees, maar daar houdt het eigenlijk mee op. Ze zullen vragen waarom, waardoor ik degene ben die stil blijft.

  Misschien vinden ze me onaardig, dom omdat ik me niet met milieuzaken bezig houd. Of gaan ze mij de hele dag aan iedereen voorstellen, en moet ik continue uitleggen wat ik kom doen waardoor ik begin te twijfelen over wat ik er eigenlijk kom doen.

    Straks vinden ze dat ik stink (ik eet daarom ook geen knoflook de dag ervoor), negeren ze mij volledig en had ik er net zo goed niet kunnen zijn, zoals ik vaak denk dat ik ergens niet had kunnen zijn. Maar gaat mijn project erover dat ik gezien word? Nee, absoluut niet, maar wat is dan de reden dat ik dit doe? Ik heb niet een reden en eigenlijk wil ik wel gezien worden anders deed ik dit niet. Schrijven zonder gezien te worden kan niet, of ik moet onder een andere naam. Een andere naam wil ik dan weer wel, mits ik een ander persoon mag zijn: iemand die een breed vocabulaire heeft, zonder haperende woorden praten kan, altijd geld op haar spaarrekening bezit, jassen zonder gaten draagt, een inloopkast heeft, een gezicht dat geen afkeuring kent, geen vooroordelen heeft, nooit pukkels krijgt op het moment van een belangrijke afspraak, gelooft in een god en fulltime werkt. maar met een fulltimebaan kan ze niet schrijven. Oké stop. Ik klik mijn telefoon aan, ik ben nog maar vijf minuten verder.

   Straks vinden ze mijn lach irritant, die er vaak is als er niets te lachen valt. Misschien is het beter dat ik de aankomende uren wat rustig overkom, de radio uitzet en juist muziek draai van Bach, met al die pianonummers (de titels van nummers van artiesten heb ik op mijn I-pod vervangen met nummers, zo zijn de nummers drie, zes, acht en negen mijn favoriete liedjes van Bach), zodat ik verstandig en geconcentreerd overkom. Maar dan zullen de mensen mij braaf vinden omdat ik stilzit en zal ik daarom saai gevonden worden. En dat is wat ik absoluut niet wil: saai.

   Ze zullen woorden gebruiken waarvan ik niet wist dat ze bestonden, over het nieuws praten en hun wenkbrauwen fronzen als ze horen dat ik het nieuws niet volg.

   Waarom heet het ‘het’ nieuws als de krant maar een keer per dag in de brievenbus ligt en het maar eens in het uur op televisie uitgezonden wordt? Het nieuws zou iedere minuut, nee, iedere seconde moeten worden afgespeeld, zonder herhaling. Er moeten geen mensen achter zitten die bepalen wat we zien en niet zien. Alles is toch nieuws? Maar dit zeg ik niet, ik zeg helemaal niets.

   Ze zullen mijn gezichtsprofiel een onprettig uitzicht vinden en zorgen daarom dat ze altijd recht voor me zitten, en als ze naast me zitten, zoals in de auto, kijken ze geconcentreerd op de weg. Natuurlijk kijken ze niet opzij of mij aan: wat is dat voor gedrogt die veel te veel aandacht aan haar uiterlijk heeft besteed, terwijl, waarom eigenlijk? Mooier wordt het er toch niet op.

   Ze zullen niet reageren als ik antwoord op hun vragen, misschien een glimlach en zwijgzaam wegkijken. Maar daar blijft het bij. Als ik een vraag stel, zullen ze op hun achterhoofd krabben, wenkbrauwen optrekken, met hun voeten schuifelen of  gemaakt lachen: zoals een man in de fitness een meisje probeert te versieren en halverwege zijn traject erachter komt dat ze een vriend heeft, waarop hij lachend zal roepen dat hij haar natuurlijk niet leuk vindt. 

   Straks willen ze continue discussiëren over de wereldpolitiek. En over alles in debat gaan en moet ik mijn meningen constant beargumenteren. Hebben ze het over televisieprogramma’s van de avond ervoor of over youtubekanalen.

   Tien minuten verder, ik ga maar vast, ik zal er te vroeg aankomen maar je weet maar nooit wat er onderweg gebeuren kan.

Sytske van Koeveringe

foto

Sytske van Koeveringe (1988) studeerde af aan de opleiding Beeld & Taal aan de Gerrit Rietveld Academie. Sytske schrijft  verhalen.  Haar werk is gepubliceerd in onder andere De Gids, De Fusie, Hard//Hoofd en Tijdschrift Ei. Sinds augustus 2015 schrijft ze korte verhalen voor Mister Motley, een project waarbij ze met zoveel mogelijk verschillende banen meeloopt.

Straks vinden ze dat ik stink (ik eet daarom ook geen knoflook de dag ervoor), negeren ze mij volledig en had ik er net zo goed niet kunnen zijn, zoals ik vaak denk dat ik ergens niet had kunnen zijn.

Reacties

 
Geen reacties.
 

Reageer


U kunt de volgende html-tags gebruikem: <a><br><strong><em><blockquote><pre><code><ul><ol><li>


CAPTCHA Image
Reload Image